Voorlichting of emancipatie?

Foto door Bich Tran op Pexels.com

Veel te lang heb ik geworsteld met mijn keuze voor een doelgroep en een invalshoek. Kies ik voor voorlichting aan degenen die uitsluiten, of voor de emancipatie van degenen die uitgesloten worden? Interessant is dat ik zelf tot die laatste categorie behoor, al is daar ook nog niet alles over gezegd. Ik weiger mij namelijk nog langer te laten uitsluiten. Ik weiger wel meer dingen die volgens de maatschappelijke norm van mij verwacht worden, en een ondergeschikte positie stel ik al helemaal niet op prijs. Het is ook niet iets dat ik voor andere mensen acceptabel vind, laat dat helder zijn.

Zo op het eerste gezicht klinkt het gewoon als een bloggers- en schrijversdilemma, maar in werkelijkheid gaat het veel dieper dan dat. Het gaat in essentie niet om het kiezen van een publiek. Waar het om gaat, is de vraag: wie beslist? Bij wie ligt de regie? Wie heeft de macht?

Als ik de nadruk leg op voorlichting, dan kies ik er dus voor om een beroep te doen op de redelijkheid en goodwill van mensen die op welke manier dan ook beter worden van mijn opgelegde maatschappelijke ondergeschiktheid. Ik vraag dan iets van ze, iets dat te veel het karakter heeft van een gunst en dat onder de ‘juiste’ omstandigheden ook weer van mij afgenomen kan worden. De ongelijke situatie blijft in stand. En ik moet dankbaar zijn, dat vooral.

Als ik de nadruk leg op emancipatie, dan kies ik voor individuele en collectieve zelfversterking van mensen in een kwetsbare maatschappelijke positie. Dan kies ik eveneens voor mijn eigen emancipatie. Deze benadering vraagt meer zelfvertrouwen en inzet, maar levert uiteindelijk meer op. Het past ook beter bij mijn persoonlijke waarden en politieke idealen. Neem afstand van geïnternaliseerd stigma, verwerp kapitalistische kansenongelijkheid en ga staan voor gerechtigheid! Ja, het is soms spannend en ja, er komt weerstand. Dat is het allemaal waard. Ik weet namelijk dat het klopt, dat het juist en rechtvaardig is wat ik schrijf. Ik heb ook meer vertrouwen in dingen die ik zelf tot stand breng dan in gunsten die mij verleend worden van bovenaf.

Uiteindelijk weet ik zelf het beste wie ik ben en wat ik waard ben. Daar hoef ik niemand over voor te lichten. Ik moet er wél voor gaan staan, in mijn denken en in mijn handelen, en ik moet anderen stimuleren om diezelfde houding aan te nemen. Omdat het waar en juist is wat we beweren, en omdat niemand ons dan nog klein krijgt.