Loslaten van statische identiteiten en kiezen voor het echte leven

Foto door Pixabay op Pexels.com

Met liefde terugkijken op oude tijden kan heel goed samengaan met een sterke behoefte aan nieuwe activiteiten en ervaringen. Tenminste, als je mij bent. Zo ontroerd als ik kan zijn over wat er ooit was, ook als het niet mijn eigen geschiedenis was, zo verheugd en enthousiast kan ik zijn over wat er allemaal voor mij ligt. Die waardering voor openheid, beweging en mogelijkheden is iets wat bij mij past, al voelt die nadruk op mij als persoon niet helemaal zuiver. Als er namelijk iets is waar ik steeds minder waardering voor kan opbrengen, dan is het wel het opgelegd krijgen van een statische identiteit. Of het nu door een ander is, of door mijzelf, of – en zo gaat het vaak – een combinatie van factoren.

Een negatief zelfbeeld is behoorlijk beperkend, zeker als je maatschappelijk niet tot de zogenaamde normgroep behoort. Want hoe anders mensen je ervaren, en hoe anders je je gaat voelen, hoe groter de kans is dat er allerlei namen voor jouw zogenaamde anderszijn bestaan. Problematiserende namen, stigmatiserende namen, kleinmakende namen. Lange tijd ging ik erin mee, internaliseerde ik al die treurige verhalen over wie ik zou zijn en wat ik zou kunnen – en vooral: wat ik niet zou kunnen. De keuzes die ik niet maakte, weerspiegelden mijn zelfstigma.

Wat kon ik doen? De termen ter discussie stellen, meer opbouwende termen gebruiken, een andere visie uitdragen, ervaringen delen? Ik deed het vol overtuiging. Zo sprak ik minder van arbeidsbeperking, autisme spectrum stoornis en kwetsbare burgers en meer van arbeidsbijzonderheid, neurodiversiteit en emancipatie. Ik vertelde over mijn ervaringen met (zelf)stigma en (zelf)onderschatting, kansarmoede en onrecht. Ik stelde er een andere, progressievere visie tegenover.

En al staat dit alles in de verleden tijd, ik vind dat ik er goed aan heb gedaan en ik houd er ook niet volledig mee op. Toch merk ik aan alles dat ik klaar ben voor een volgende stap: het loslaten van vaststaande identiteiten en het ontvankelijk zijn voor nieuwe, nog te ontwikkelen eigenschappen. Niet door te kiezen voor aanpassing en camouflage, maar juist door open te staan voor het echte leven. Het leven dat zich weinig aantrekt van standpunten en discussies, omdat niet alles te sturen en te beredeneren is. Het leven dat veel interessanter is dan ´je beperkingen aanvaarden´, ´prikkels vermijden´ en ´overbelasting voorkomen´. Want in de praktijk loop ik keer op keer aan tegen een ´te weinig´: verveling, onderbelasting, gebrek een uitdaging, zingeving en diepgang. Het leven met de identiteit van ´kwetsbare burger´ is voor mij vooral heel erg saai. De bore-out blijkt voor mij een groter risico dan de burn-out.

Aangezien cultuur en mentaliteit zich niet zo eenvoudig laten sturen, heb ik besloten om het zo min mogelijk te laten afhangen van de mening van anderen. Om de definities van onze samenleving mentaal los te laten, om mij niet meer te laten vastzetten. Om uit te spreken waar ik niet achter sta, om vervolgens met opgeheven hoofd verder te gaan. Om minder te discussiëren en meer te doen. Maar vooral: om te bouwen aan wat wél werkt, individueel en collectief. Want de ruimte om verder te gaan met je leven, om je eigen zelf en je eigen toekomst vorm te geven, die zou er moeten zijn voor iedereen.